Hoe zag jouw welkom eruit?

Ieder mensenkind heeft een goede en gezonde hechting met de ouders nodig om zich te kunnen verbinden met zichzelf en de wereld. Het welkom begint al in de baarmoeder, de reis naar de aarde en ontvangen worden met open armen. Een goede start is het halve werk. Het welkom is niet voor ieder kind hetzelfde. De verschillende omstandigheden hebben invloed op de ontwikkeling van het kind en zijn/haar verdere leven. Hoe beter de ouders in staat zijn om een kind geborgenheid, veiligheid en intimiteit te geven, hoe meer het kind het hart open kan houden en durft uit te reiken. Er is dan altijd een bedding waar het kind weer in kan landen. Ontdekken en terugkeren, want het kind weet diep van binnen dat de ouders beschikbaar zijn.

Vooral in de eerste levensjaren is het belangrijk dat er een gezonde bedding is om te kunnen groeien en ontwikkelen. Een baby en jong kind heeft nog geen of weinig woorden en is afhankelijk van de ouders. Het contact met de ouders gaat veelal via het lichaam. Aanraken, aangeraakt worden, kijken in elkaars ogen, horen en voelen. Alles wordt opgeslagen in de lichaamscellen, de herinneringen, ook wel imprints genoemd. Het kind leert en ontdekt via deze weg spelenderwijs op een natuurlijke manier wat de behoeftes zijn en wat die nodig heeft.

Als er geen veilige omgeving, geborgenheid en intimiteit is, dan verloopt de ontwikkeling anders. Het kind gaat overlevingsstrategieën en hechtingspatronen ontwikkelen om letterlijk te kunnen overleven. Een kind wat veel in de overlevingsmodus moet leven, leert niet goed wat zijn/haar behoeftes zijn. Het kind is meer gericht op de signalen van de buitenwereld en is vaak in een alerte toestand. Of het kind trekt zich terug en verkeert in een hele eigen wereld. De eigen gevoelens van verdriet, angst en boosheid worden meer onderdrukt en leert niet om er op een gezonde manier mee om te gaan.

Het reageren vanuit een overlevingsstrategie wordt een eerste antwoord in contact met anderen. Het aangaan van relaties (prive, werk en vrije tijd) en vriendschappen gaat moeizamer. Juist in contact met anderen wordt men het meeste getriggerd in onze eigen hechtingspatronen. Daarom is het zo belangrijk om deze te leren kennen en er bewust van te worden. Het opnieuw verbinden met jezelf, vanuit bewustwording is de weg naar liefdevolle contacten.

Een gezonde hechting is belangrijk om fijne relaties en vriendschappen op te bouwen. Het maakt dat jij je vrijer, autonomer en zelfstandiger kunt bewegen. Je bent onafhankelijker en kunt repsectvoller omgaan met anderen. Je hebt de ander niet nodig om je eigen leegte op te vullen. Je vult elkaar aan en verrijkt elkaar.

Hoe verbonden ben jij met jezelf? Kun jij je verbinden met anderen? Ben je bang om verlaten te worden? Ben je bang voor binding? Sta je altijd in de alertstand? Ben je veel in een eigen wereld? Trek jij je snel terug?

Wat is jouw eerste antwoord in contact als je getriggerd wordt?

Hechtingspatronen

Ieder mens heeft zijn eigen hechtingspatronen in contact met anderen. De basis voor de vorming van je eigen hechtingspatronen ligt in je jonge jaren. Deze patronen kunnen ook van generatie op generatie onbewust worden doorgegeven.

Het ontwikkelen van hechtingspatronen begint bij ons welkom en het contact met onze ouders als kind, dit is allesbepalend hoe wij later als volwassene relaties met anderen aan kunnen gaan. 

Had je een afwezige ouder? (Fysiek/emotioneel niet aanwezig kunnen zijn voor het kind)

Had je een agressieve ouder? (Onvoorspelbaar gedrag, afstotend gedrag, ouder heeft meer dan genoeg aan zichzelf)

Had je een behoeftige ouder? (Kind nodig hebben om eigen behoeftes te vervullen)

Had je een beschikbare ouder? (Emotioneel beschikbaar voor het kind)

Of we dat nu willen of niet, zolang we de kindpijn van deze hechtingspatronen niet verwerkt hebben, herhalen we deze patronen in contacten met anderen. We komen dit vooral tegen in partnerrelatie. Zodra we onder druk staan, vallen we terug op de patronen die ons heel bekend zijn.

Het is voor jezelf goed om te weten hoe jouw hechtingspatronen eruit zien. Bewustworden van je eigen gedrag. Waarom doe ik, zoals ik doe? Waar komt het vandaan? Wat doet de reactie van de ander met mij? Waar word ik geraakt? Wat betekent mijn gedrag voor anderen?